'Ik maak me elke dag hard voor deze onmisbare hotspot van biodiversiteit'

De minister besluit om een deel van het afval van de containerramp met de MSC Zoe in zee te laten liggen? Dan ruimen we het zelf wel op, besloot Ellen Kuipers (1969), milieukundige en bioloog bij de Waddenvereniging. Zij zette CleanUpXL op en liet al 280.000 kilo rotzooi uit zee vissen.

Ellen: “Als je in Twente opgroeit, is liefde voor de zee niet vanzelfsprekend. Maar met het gezin gingen we vaak naar Texel. Ik zocht schelpen en wadpieren, verwonderde me over alle diertjes die ik zag en ik weet nóg hoe fascinerend ik het vond dat je over de bodem van de zee kon lopen.

Door Texel realiseerde ik me een aantal jaren later: ik wil biologie studeren. Daar kwam een studie milieukunde bij, ik werkte in kankeronderzoek en bij Akzo Nobel tot in 2002 de advertentie voor dé droombaan voorbijkwam: actiecoördinator bij de Waddenvereniging. Ik doe dit ontzettend leuke en belangrijke werk nu 22 jaar.

Het Waddengebied is mijn onuitputtelijke bron van inspiratie. Ik vind er rust als ik over de dijk vlak bij huis loop, voel verbazing hoe ingenieus levende organismen zich aan de steeds veranderende zee kunnen aanpassen en ik ontdek echt élke week iets wat ik nog niet wist. Is het niet opzienbarend dat een rosse grutto, een vogeltje van nog geen 500 gram, 12 tot 13 duizend kilometer non stop kan vliegen? Zonder te eten en zonder te slapen! Ik kan daar ontroerd van raken. Voor de rosse grutto en voor honderdduizenden andere trekvogels is het wad essentieel. Doordat de Waddenzee een rijk bodemleven heeft en twee keer per dag droogvalt, kunnen zij hier het eten vinden dat ze nodig hebben als ze van Siberië naar Afrika vliegen, of andersom.

"Nederland is een rijk land, juist ook omdat we zo veel water hebben. Maar als we de natuur kapot maken, houdt het een keer op."

Bij de ramp in 2019, waarbij de MSC Zoe 342 containers boven de Waddeneilanden verloor, kwam 3,2 miljoen rotzooi in zee en op de eilanden terecht. Na negen maanden opruimen besloot de minister van Waterstaat en Infrastructuur dat de berger de laatste 800.000 kilo niet meer hoefde op te vissen. ‘Dat kan niet waar zijn,’ dacht ik. ‘Je kunt die rotzooi toch niet laten liggen?’ Al die plastic rommel verweert en komt vroeger of later op de eilanden of in de Waddenzee of in dierenmagen terecht. Ik heb toen het initiatief genomen om CleanUpXL op te richten: samen met een aantal collega-partijen en twee bergingsbedrijven hebben we inmiddels al 280.000 van die 800.000 kilo afval naar boven gehaald. Niemand heeft deze ramp gewild, maar alle partijen hebben de sleutel in handen. Alles wat wij in Verweggistan bestellen, komt per containerschip hiernaartoe. Gelukkig zijn er steeds meer initiatieven om stranden op te ruimen, afval te recyclen en minder plastic te gebruiken, maar we zijn er nog lang niet. Ieder levend wezen heeft schoon water nodig. Wij zijn een rare diersoort, want wij vergiftigen onszelf. Door bijvoorbeeld industrielozingen, pesticiden en meststoffen in de sloot en medicijnresten in het riool voldoet het Nederlandse water bij lange na niet aan de richtlijnen voor schoon water. Onze waterkwaliteit is zelfs de slechtste van alle EU-lidstaten. Al dat vervuilde water komt uiteindelijk in de Waddenzee terecht. Nederland is een rijk land, juist ook omdat we zo veel water hebben. Maar als we de natuur kapot maken, houdt het een keer op.

Ik maak me erg zorgen om wat er gebeurt, maar het motiveert me ook om me elke dag hard te maken voor de Waddenzee – die onmisbare hotspot van biodiversiteit, de essentiële eettafel voor miljoenen trekvogels, de plek waar het water soms blauw licht geeft door de zeevonk, de plek waar ik mijn bootje kan laten droogvallen, waar ik inmiddels duizenden foto’s van steeds weer anders gevormde ribbels in het slik heb gemaakt en de plek waar iedereen welkom is om deel uit te maken van een onvergelijkbare wereld”.

Dit verhaal verscheen eerder in Zin Magazine, tekst: Annemarie Bergfeld.