Door Marijke Boonstra: afvalexpert Stichting de Noordzee
2 januari 2019. Op weg terug naar huis na een familiebezoek in het buitenland, bekeek ik de NOS webpagina op mijn telefoon. Ik las het nieuws over de verloren containers, toen nog een kort berichtje, en begon driftig te zoeken naar meer informatie. Want ik wist al meteen: dit is foute boel. Ik bekeek videoberichten van de eerste jutters op Terschelling en Schier. Stranden vol goederen, zover je kon kijken. De volgende dag vertelde ik over de gevaren en gevolgen van containerverlies in een radio-interview bij Radio1. Tijdens de dagen die volgden, werd duidelijk hoe ontzettend groot de omvang van de containerramp met MSC Zoe was.
Als afvalexpert van Stichting De Noordzee, houd ik mij bezig met de vervuiling van de Noordzee en de manieren waarop we afval bij de bron kunnen aanpakken. Al jaren ga ik de Nederlandse Noordzeekust op voor het landelijke strandafvalonderzoek en daarnaast ben ik betrokken bij de jaarlijkse Beach Cleanup Tour van Stichting De Noordzee. Dat containerverlies ook een bron was van afval op stranden en in de Noordzee, wist ik maar al te goed. In het verleden kwam het regelmatig voor dat er één of meerdere containers overboord gingen boven de Waddeneilanden. Maar 342 tegelijkertijd zoals bij MSC Zoe in januari 2019? Dat was nog nooit voorgekomen. Veel van de overboord geslagen lading is opgeruimd, maar toch is er 800.000 kg in zee blijven liggen. Allemaal zwerfvuil dat uiteindelijk onderdeel wordt van de wereldwijde plastic soep. Zwerfvuil op de zeebodem wordt namelijk niet actief opgeruimd, zoals dat vaak wel gebeurt op land. Het blijft er dus simpelweg liggen.
Eigenlijk weten we nog weinig over wat er precies op onze zeebodem ligt. Al jaren wordt er onderzoek gedaan naar klein zee-afval op de bodem (het zogenaamde ‘seafloor litter’ onderzoek). Maar deze methode heeft beperkingen en geeft nog te weinig zicht op de daadwerkelijke omvang van de vervuiling van de Noordzeebodem. Het CleanUpXL project geeft een kans om beter te leren in wat er op de bodem ligt. En die kennis is cruciaal om afval echt bij de bron aan te pakken. Want voorkomen is altijd beter dan opruimen.
Hoe gaan we in CleanUpXL te werk? Allereerst verzamelen we de locatiegegevens van de bergingsacties op zee. Zo weten we waar het afval is geborgen. Vervolgens worden foto’s gemaakt van al het afval, wordt het grote afval per materiaalsoort gesorteerd en gewogen. Tegelijkertijd sorteren en tellen we het kleinere afval. Daarna worden (zover mogelijk) de bronnen van het geborgen afval geïdentificeerd en de leesbare merken van het afval geregistreerd. Dan stellen we bijvoorbeeld vast of het afval inderdaad afkomstig is van MSC Zoe. Tenslotte wordt een beleidsanalyse gemaakt. Oftewel, hoe kunnen we zorgen dat dit afval in het vervolg niet meer in zee terecht komt, welk beleid moeten we daarvoor veranderen en wie moet het opruimen als het toch gebeurd.
De resultaten van dit onderzoek helpen om aan oplossingen te werken voor het afvalprobleem. Met deze informatie kunnen we namelijk bij de overheid aankloppen en pleiten voor beter beleid om afval bij de bron aan te pakken. Zo hebben we laatst een sessie georganiseerd met ambtenaren van Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat waarbij de resultaten presenteerden en aandacht vroegen voor afval in zee. Belangrijk: want alleen samen met de overheid en het bedrijfsleven kunnen we echt werken aan een schone Noordzee.
Ook willen we de verantwoordelijken voor het afval in zee aanspreken en aanzetten tot actie. Dat is behoorlijk lastig, want als afval eenmaal op de zeebodem ligt en het geen onveilige situaties voor schepen veroorzaakt, dan lijkt niemand echt verantwoordelijk ervoor te zijn. Om een voorbeeld te geven. Er lopen enorm veel kabels en leidingen over de bodem van de Noordzee. Inmiddels is ongeveer 600 kilometer aan leidingen die buiten gebruik zijn, maar het lijkt onduidelijk wie verantwoordelijk is voor het opruimen van deze leidingen. Er is geen opruimplicht, terwijl dat er wel is voor bijvoorbeeld olie- en gasplatformen. Het ontbreken van duidelijkheid over het opruimen van kabels en leidingen, zorgt ervoor dat onze zeebodem vervuild blijft met oude leidingen en kabels. Tijdens de bergingsacties vonden we dan ook behoorlijk wat kabels en leidingen. De bodem is al bezaaid met kabels en leidingen, en daar komt het MSC Zoe afval dus nog eens bij.
Wij pleiten daarom voor een nationaal opruimfonds. Gebruikers van de zee, zoals kabelleggers en reders, moeten verplicht gesteld worden om een bijdrage te leveren aan dit fonds. Een dergelijk producentenverantwoordelijkheid bestaat al, bijvoorbeeld voor wegwerpplastics. Met het geld uit dit fonds kan historisch en achtergelaten afval worden opgeruimd. Hoognodig als we willen werken aan een schone Noordzee!